Stoofpeercider: een perry of poiré van Nederlandse bodem

29 maart 2024

Teun Durlinger van Elegast.

Nieuw op de lentekaart van Villa Augustus: een regeneration perencider van de mannen van Elegast uit het Utrechtse Langbroek. Elegast werd in 2016 opgericht door Arjen Meeuwsen en Teun Durlinger. Zij zijn de eerste en vooralsnog enige fulltime producenten van cider binnen onze grenzen.

En over grenzen gesproken: die verleggen ze als aan de weg timmerende, gedreven cidermakers ondertussen nog voortdurend. Zo zijn ze de eersten in hun vakgebied die hun sappen behalve in flessen nu tevens in blik (beter voor het milieu) verkopen. Arjen en Teun onderscheiden zich ook met het fruit dat ze verwerken. 

Oude boomgaarden en voedselbossen

Dat is afkomstig van oude (hoogstam)boomgaarden en uit nieuwe voedselbossen: percelen waar in Nederland de zogeheten regeneratieve landbouw voet aan de grond krijgt. Een manier van boeren waarbij verantwoorde voedselproductie, natuurherstel en biodiversiteit hand in hand gaan. 

Foto Elegast

Voedselbos Lingehout (foto) in Geldermalsen is een gebied van 12 hectare waar intensieve landbouw in monocultuur plaatsmaakt voor een divers voedselbos. De bestaande laagstamboomgaard wordt omgevormd naar een divers bos met hoge en lage bomen, en verschuift van enkele fruitrassen naar tientallen fruitrassen. De maïsakker is veranderd in een permacultuur-tuinderij waar struiken en groenten elkaar afwisselen en in een voedselbos met vele lagen: kruiden, struiken en bomen.

Initiatiefnemer en investeerder is Betuwe Wind, dat zijn geld verdient met zonnepanelen en windmolens. Veel lokale vrijwilligers werken mee en oogsten er van. Elegast is de grootste afnemer van het fruit dat er wordt geteeld. Peren worden ook betrokken van kleine particuliere hoog-en laagstam-perenboomgaarden waarvan de eigenaren geen gebruik (meer) maken van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De peren zien er wat minder mooi uit en bewaren niet zo goed, maar aan smaak missen ze niets. 

Opmars der ciders

Anders dan in Frankrijk, Engeland en Spanje wordt cider  in Nederland nog niet heel veel gedronken. Maar Arjen en Teun zijn ervan overtuigd dat daar snel genoeg verandering in komt nu steeds meer restaurants, bars en cafés deze gefermenteerde wijn van appels of peren gaan schenken.

In de ruime ‘cave’ die ze nu op het erf van een boerderij huren, maken ze van hun oogsten een assortiment ciders die heel verschillend van elkaar smaken. Die verschillen treden onder andere op doordat elk appel- en perenras tijdens de groei en in het proces van natuurlijke vergisting zijn eigen smaak ontwikkelt, zoals ook het terroir van een onbespoten, doorleefde boomgaard daarin een belangrijk aandeel heeft.

Bovendien kunnen ciders door menselijke interventie ook zacht, fris, zoet, zuur en laag- of hoogalcoholisch worden geproduceerd door ze onderling te blenden, en door ze korte of langere tijd op eiken whisky-, rum-, wijn- of calvadosvaten te laten rijpen. 

Foto Elegast

Op de nieuwe lentekaart van Villa Augustus staan twee ciders van Elegast. Een non-alcoholische van Limburgse appelpulp, gefermenteerd met een scoby (mengsel van bacteriën en gisten) van kombucha. En deze zachte, halfdroge variant van stoofpeer, met een percentage van 7,2 procent alcohol.  

Perries en poirés

In Frankrijk en Engeland zijn perenciders zeker zo geliefd als die van appel. Aan de overzijde van Het Kanaal zijn het met name de agrarische graafschappen Herefordshire, Worcestershire en Gloucestershire waar perries (stoofpeerciders) en pear ciders (stoof- en handperen) worden gemaakt.

Onder de herkomstbenaming Three Counties Perry heeft de Britse afdeling van Slowfood de perry uit die streken opgenomen in de Ark van de Smaak. Veel Franse poirés komen uit de regio Domfront, rondom het gelijknamige Normandische stadje.