Een kleine, platte, brede, tolvormige peer. Groenachtig geel van kleur, grijs en heldergeel gestipt en roestig rond de steel en kelk. Het is een zacht en zeer sappig, zoet en lekker ruikend peertje met witgeel tot zalmroze vruchtvlees. De pluktijd is eind oktober, begin november. Het is een van de beste (winter)peren.

'Fruit: Mûrissant en janvier et février, moyen, exquis. Chair saumonnée, très fine, très beurrée, très juteuse, très sucrée et parfumée. C’est un fruit délicieux hors ligne aussi remarquable que les gains d’Hardenpont et qu on ne saurait assez multiplier.' (Pomone Tournaisienne, Dumortier, 1869)

Klein en exquis

De Joséphine de Malines werd in 1830 gekweekt door Majoor Pierre Joseph d’Esperen (1780−1847) uit Mechelen en draagt de naam van zijn vrouw. De majoor uit het leger van Napoleon zaaide al tijdens zijn krijgsleven op goed geluk fruitzaden uit in zijn tuin, die steeds meer op een bos begon te lijken. Door toeval leverden deze zaailingen enkele zeer bijzondere soorten op, waaronder dit kleine maar exquise peertje.

Perenman Pierre

Na zijn ontslag uit het leger wijdde Esperen zich volledig aan de perenteelt. Hij verkreeg meer dan veertig perenrassen, waaronder ook Soldat Laboureur, Bergamot d’Esperen en Seigneur d’Esperen. Pierre Joseph d’Esperen behoorde tot de ‘perenmannen’ van België die aan het van de eind 18e en begin van de 19e eeuw beroemd waren om hun perenteelt. Hij ontwikkelde ook prui-men, waaronder Drap d’Or d’Esperen en Reine Claude de Bavay.

Dorine de Vos schreef een ode aan de boomgaard van Villa Augustus. Je leest haar verhaal hier