De Princesse Noble is een klein tot middelgroot, gaaf appeltje met een mooie, opvallend lichtgroene kleur. Aan de zonzijde hebben ze bijna allemaal een blos. De mooie rode strepen tegen de geelgroene achtergrond maken het een opvallende appel. Soms hebben ze wat schilstippels, soms zijn ze een beetje beroest. De appel is vrij hard, maar wordt met het verstrijken van de tijd wat zachter. Het vruchtvlees heeft een lichtgele kleur, is vast, fijn en zeer knapperig van structuur, zachtzuur van smaak en heeft een zeer gewaardeerd aroma. Deze appel ruikt heerlijk!

'Zeer draagbaar'

J.H. Knoop schreef in 1758 in zijn Pomologia: beschryvingen en afbeeldingen van Appels en Peeren over Princesse Noble: ‘Word een matig groote Appel; zyn gedaante is veeltyds langwerpig-vierkant, en wat scheef, dog zomtijds ook wel een weinig dunner na ’t Oog; zijn schil is glad, en, ryp zynde, geelagtig van Koleur, ook aan de eene zyde doorgaans een weinig helder rood-bloesend of gestreept; zyn Vleesch is tamelyk zagt, en van een verhevene aromatyke geur; weshalven hy een van de beste Tafel-Appels van zyn tyd is. De Boom maakt goed Hout-gewas, word tamelyk groot en is zeer draagbaar.'

De boom is een matige tot sterke groeier, heeft dun, vrij slap hout en groeit in een piramidevorm. De jonge twijgen zijn in de winter makkelijk te herkennen aan de merkwaardige roodgele kleur. De bloei is middellaat en de kwaliteit van het stuifmeel is goed. De appels kunnen in september/oktober worden geplukt. De Princesse Noble is een echte handappel. Doordat hij bij het koken een beetje bitter wordt, is hij niet zo geschikt voor in de keuken.

Ook wel bekend als...

Deze appel komt waarschijnlijk uit Nederland, maar werd in 1708 uitheems genoemd. De Notarisappel is vermoedelijk een zaailing van de Princesse Noble; ze komen zowel in kleur als in smaak met elkaar overeen. De appel werd veel geteeld in Utrecht, Brabant en de IJsselstreek. Princesse Noble heeft heel veel synoniemen, we noemen er een paar: Fransche Kroon, Kroonappel, Prinsesappel, Haagje en Fransche Nobel. Goede bestuivers zijn Bauman’s Reinette, Cox’s Orange Pippin, Golden Noble, Jonathan, Keizer Alexander en Ontario. 

Dorine de Vos schreef een ode aan de boomgaard van Villa Augustus. Je leest haar verhaal hier