Drie dichters met elkaar in gesprek over hun poëzie, en hoe die tot stand komt. Over hun worstelingen met de taal, hun terugkerende thema’s, en hun onderlinge overeenkomsten. En over het dichterschap in de tijd waarin we leven. Luister op woensdag 25 april over de schouders van Mustafa Stitou, Maud Vanhauwaert en Myrte Leffring mee als ze in Villa Augustus met elkaar aan tafel gaan en zichzelf en hun werk binnenstebuiten keren. Myrte Leffring blikt alvast vooruit op die ontmoeting:

Myrte, jij hebt je collega’s persoonlijk voor deze avond uitgenodigd. Wat verbindt jullie?  ‘Wat we gemeen hebben is dat we heel erg kíjkende dichters zijn, we schrijven alledrie sterk vanuit de waarneming. Verder speelt de melancholie in ons werk altijd wel een rol, zeker in dat van Mustafa Stitou en mij. Tegelijkertijd ontbreekt ook de humor er niet in. Voor mezelf vind ik dat wel essentieel. Poëzie moet niet alleen maar ernstig en zwaar op de hand zijn, juist niet.’

Wat bewonder jij in het werk van Mustafa Stitou en Maud Vanhauwaert? ‘Mustafa Stitou kan een filosofische gedachte in een gedicht combineren met het opvoeren van een heel platte figuur uit bijvoorbeeld de Amsterdamse horeca en een fragment uit een wetenschappelijke tekst. Zo’n gedeeltelijke ready made wordt bij hem dan een gedicht. Ik vind dat spannend, ik geloof niet dat ik zelf zoiets zou kunnen maken. Maud Vanhauwaert is niet alleen dichter en schrijver, ze maakt ook theater. Ik heb haar een aantal keren zien optreden, en ze grijpt je onmiddellijk. Ze is niet voor niets ook stadsdichter van Antwerpen. Ze heeft een energie die heel prikkelend is. Haar poëzie is ontwapenend en tegelijkertijd niet oppervlakkig; heel fris. Ik word er vrolijk van.’

Jullie gaan elkaar en ons toehoorders een kijkje geven in de keuken van de dichter, hoe bijzonder is dat? ‘Als dichter ben ik best benieuwd naar het proces dat bij collega’s aan de totstandkoming van een gedicht voorafgaat, en ik kan me voorstellen dat dat voor alle liefhebbers van poëzie geldt. Er zijn heel veel Nederlanders die zelf gedichten schrijven, dus mooi als je ook eens van anderen hoort hoe zij ermee kunnen worstelen.

‘Heel gebruikelijk om daar in het openbaar met elkaar over te praten is dat per slot van rekening voor dichters niet. Terecht geldt ook in de poëzie het adagium what you see is what you get: zoals ik het heb opgeschreven, zo heb ik het ook bedoeld. Gedichten hoeven voor mij niet te worden verklaard. Iedereen mag voor zich een andere betekenis aan een gedicht geven. Soms lezen mensen meer in een gedicht dan ik erin heb gestopt, en dat vind ik juist fijn.’ 

Wat komen we op 25 april zoal te weten over de poëzie waar jij nu aan werkt? ‘Ik ben een tijdje met het schrijven van meer geëngageerde gedichten druk geweest, want ik was kwaad op de wereld. Daar ben ik ook weer vanaf, want al heb ik dan wel een mening over de samenleving, ik hoef die ook weer niet zo nodig in poëzie kwijt te kunnen. Ik ben nu meer bezig met het schrijven van reeksen. Gedichten die los van elkaar kunnen worden gelezen, maar wel met elkaar samenhangen. Er komt veel gemodder aan te pas. Ik ben momenteel een trage dichter. Ik werk langzaam aan mijn oeuvre.’

Myrte Leffring is dichter en literair docent. In 2015 debuteerde zij met de bundel Om je schouders hang ik de nachten, gevolgd door De tere bloemen van het verstand (2016). 

Mustafa Stitou debuteerde met de dichtbundel Mijn vormen (1994), die genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs. Daarna volgden Mijn gedichten (1998) en in 2003 de bundel Varkensroze ansichten, die werd bekroond met de VSB Poëzieprijs. Mustafa Stitou schreef ook voor toneel en was een jaar lang de stadsdichter van Amsterdam. Tempel (2013), zijn vierde bundel, werd bekroond met de Awater Poëzieprijs.

Maud Vanhauwaert is schrijver en theatermaker. Voor haar poëziedebuut Ik ben mogelijk (2011) kreeg ze de Vrouw Debuut Prijs, voor haar bundel Wij zijn evenwijdig (2014) de Hughues C. Pernathprijs en de Publieksprijs van de Herman De Coninck-wedstrijd. In haar werk zoekt ze naar speelse theatrale vormen om poëzie publiekelijk te maken. In 2018-2019 is ze stadsdichter van Antwerpen.

Datum: woensdag 25 april


Aanvang: 20.00 uur


Toegang: € 10 (inclusief een drankje)


Adres: Oranjelaan 7, 3311 DH Dordrecht


Reserveren: 078 639 31 11 (gereserveerde kaarten graag afhalen bij de hotelreceptie in de watertoren)