Over kijken, zoeken en verzamelen: de onbestemde avonturen van Willem van Zoetendaal
30 oktober 2018Willem van Zoetendaal is grafisch ontwerper, typograaf, art director, voormalig galeriehouder, tentoonstellingsmaker, verzamelaar, ex-kunstdocent en uitgever. In enkele van die hoedanigheden drukte hij de afgelopen tien jaar mede zijn stempel op de huisstijl van Villa Augustus. Zijn meest recente ontwerp zijn de vier scheepsvlaggen die binnenkort op de waterkamers in het Wantij wapperen. Tegelijkertijd verrast hij bezoekers van onze markt met een serie tuinpotten en vazen van eigen hand. Want, alsof hij nog niet genoeg beroepen in een en dezelfde persoon verenigt: Willem van Zoetendaal is tegenwoordig dus óók keramist.
In dit verhaal vertelt hij over zijn fascinatie voor letters, stoffen, fotografie, papier, prentkunst , kimono's en aardewerk, en hoe ze met elkaar het 'gebouw' vormen van een heel persoonlijk oeuvre. 'Alles wat ik doe, staat op de een of andere manier met elkaar in verband.'
Keramiek: 'Terug naar het bakken, heerlijk'
'Ik heb op de kunstacademie in Rotterdam een jaar les gehad in pottenbakken. Ik was er zelf niet zo bedreven in, maar ben wel altijd onder de indruk gebleven van wat anderen op dat gebied konden. Mijn vrouw en ik hebben thuis nog een treef, een antieke schaal met allemaal van die gaatjes erin. Hij werd tussen 1850 en 1870 in Friesland vervaardigd om er gekookte vis op te laten uitlekken. Toen ik vorig jaar druk was met de uitgave van een boek over de archeologische vondsten die zijn gedaan bij de aanleg van de Amsterdamse Noord-Zuidlijn (XXXspul, € 79,50), bevonden zich daaronder ook scherven van zo'n treef en ander keramiek. Toen dacht ik: dat aardewerk, dat wil ik ook weer gaan maken.
'Ik doe dat nu elke dinsdag in het atelier van Angelique Homberg. De meeste potten zijn door haar gedraaid en gebakken en enkele met veel moeite door mij. Potten draaien is als met yoga: een kwestie van focus, van mentale concentratie. Ik ontwerp ze wel allemaal zelf en tot dusver heb ik ze steeds bekleed met kant. Vooral op die bleekpotten is dat fantastisch om te zien. Net een uit zijn krachten gegroeid dijbeen met een kous eromheen.'
Stoffen: 'In mijn ouderlijk huis werd er op een speciale manier over gesproken'
'Zowel voor de bleekpotten als de kleinere vazen heb ik kant genomen, het spul dus dat ze voor lingerie gebruiken. Ik doe het om het aardewerk heen, Angelique spuit de glazuur er doorheen (sjabloontechniek) waarna het wordt geglazuurd en opnieuw gebakken. Het is puur decoratief, zoals ook de vazen geen vastomschreven gebruiksfunctie hebben. Als rijstpot of zelfs als urn vooropgesteld dan dat iemands as er ook in zijn geheel inpast.
'Mijn belangstelling voor kant en andere stoffen zal mogelijk zijn aangewakkerd door mijn moeder, die vroeger bij Metz in s-’Gravenhage werkte. Dat warenhuis had een grote collectie van de mooiste stoffen, vaak ook van de grootste ontwerpers. In mijn ouderlijk huis werd altijd op een speciale manier over die materialen gesproken. Eens in de vier jaar werd ook de bekleding van alle stoelen verwisseld en kwamen er nieuwe gordijnen.
'Ik hou van de structuur en de patronen in stoffen. Daarin voel ik wel een grote verwantschap met Seth Siegelaub, de Amerikaanse kunstenaar, verzamelaar en uitgever die tijdens zijn leven een enorme verzameling historisch textiel uit alle werelddelen bijeenbracht, en rondom wie het Stedelijk Museum in 2015 een grote tentoonstelling organiseerde. Mijn fascinatie ervoor heeft ook weer duidelijke raakvlakken met die voor fotografie. Op de eerste fotogrammen (cyanotypes) van eind negentiende eeuw die ik verzamelde, was Brussels kant afgebeeld. Ze zaten indertijd in de monsterboeken die in winkels aan klanten werd getoond.
'In 1991 kwamen mijn fascinaties voor fotografie, kant en andere stoffen weer samen in het boek Cas Oorthuys, Guaranteed Real Dutch, Congo (uitgeverij DuoDuo, € 25) dat ik bij de gelijknamige tentoonstelling in het Museum voor Midden-Afrika in Brussel samenstelde. De kleurrijke stoffen van het Venlose bedrijf Vlisco zijn van oudsher ontzettend geliefd bij Afrikaanse vrouwen. Het is kostbaar bezit dat in speciale kisten en kasten ligt opgevouwen en van moeder op dochter over gaat. Alle patronen en figuren erop hebben een symbolische lading. Afbeeldingen van letters erop betekenen: mijn kinderen gaan naar school; staan er bougies dan wil dat zeggen: mijn man is hartstikke potent.
'Oorthuys fotografeerde veel in Afrika, en de portretten die hij daar maakte zie je heel veel jurken en doeken van Vlisco terug. In Venlo zelf kun je in het archief van de fabriek precies die Vlisco-patronen en stoffen terugvinden die ook op de foto's van Oorthuys in 1953 voorkomen: ze hebben er alles op jaartal compleet. Fantastistisch om kleding, Afrikaanse cultuur en fotografie op zo'n manier in een expositie te kunnen samenbrengen.
Kimono's en Japanse prentkunst: 'Het een leidt tot het ander en brengt me weer verder'
'Het zijn ook weer stoffen die ten grondslag liggen aan mijn fascinatie voor kimono's, een interesse die mijn vrouw met me deelt. Wanneer we in Tokyo zijn, gaan we naar exemplaren ervan op zoek die zich door hun materiaal en kleuren onderscheiden. Stoffen, pigmenten en lijnen die we in Europa niet gebruiken. Daarin vertonen kimono's dan weer overeenkomsten met Japanse prenten. In Japanse schilderingen van landschappen, zoals die van Kawase Hasui, kunnen de heuvels in verschillende geeltinten zijn opgebouwd, maar ze zijn ook alle met een zwarte, "klare" lijn van contouren voorzien.
'Die kleuren en lijnvoering hebben veel westerse kunstenaars onder wie Van Gogh, en ook striptekenaars als Hergé in sterke mate beïnvloed. Aangezien mijn broer en ik vroeger zelf enorme stripfanaten waren, denk ik dat mijn hele manier van naar dingen kijken door strips is gevormd.
'Een mooi toeval is dat ik nu bezig ben aan een boek voor fotografe en mediakunstenaar Fiona Tan, die de Duitse Spectrum Prijs heeft gewonnen, waaraan een overzichtstentoonstelling in het Sprengel Museum in Hannover en een eigen boekpublicatie zijn verbonden. Ze heeft vierduizend foto's van Mount Fuji verwerkt in haar project Ascent. Zo komt het Japanse landschap ook weer op deze wijze terug op mijn spoor. Het een leidt tot het ander en brengt me weer verder in mijn interesses. Zo maken Japanners ook keramiek waar ik niets van begrijp en waarvan ik dan ineens weer alles van wil weten.'
Over kijken, zoeken en verzamelen: 'Een onbestemd avontuur'
'Ik verzamel dingen om als ze als inspiratiebron om me heen te hebben. Ze houden altijd verband met iets waar ik op dat moment mee bezig ben. Ik kom daarvoor vaak in archieven, ik ben er helemaal in mijn element en weet er ook steeds beter mijn weg in te vinden. Hoe ik zoek, waar ik ga beginnen. Voor het Nederlands Fotomuseum heb ik vorig jaar de tentoonstelling Springvloed gemaakt, waarin ik werk van 15 overleden en 7 levende fotografen samenbracht. Het archief van het museum bestaat uit 5 miljoen foto's, waarvan slechts 4 procent is gedigitaliseerd. Iedereen die in dat materiaal duikt, kiest uit die laatste categorie, want het is natuurlijk veel te omslachtig om al die negatieven per filmstrip te gaan zitten bekijken. Die moet je ook trouwens ook kunnen lézen, een bedrevenheid die ik me als art-director van NRC Handelsblad eigen heb weten te maken.
'Voor Springvloed ben ik in de collecties negatieven gaan zoeken met een paar beperkingen die ik mezelf vooral had opgelegd. Geen mannenportretten, geen gebouwen, wél vrouwenportretten, stillevens en natuur. Dan begint het onbestemde avontuur. Kees Hana (1910-1975) heeft veel natuur gefotografeerd, maar je komt tussen zijn glasplaten ook landschappen tegen waarin hij ook even de gelegenheid te baat heeft genomen om zijn vrouw tegen een boom geleund te portretteren. Zoiets vind ik dan heerlijk. Twee van die foto's bij elkaar: een van dat lege landschap met een wilg, en dan die met zijn vrouw erop voor privégebruik ernaast. Het brengt je dichter bij zo'n fotograaf.
'Iets soortgelijks overkwam me ook in het archief van Frits Rotgans, die enorme panorama's van onder meer de Rotterdamse haven maakte, maar met dezelfde camera ook het graf van zijn vroeg gestorven echtgenote op beeld vastlegde. Ik kreeg er een schok van. Het zijn ontdekkingen waar verder niemand wat mee doet, maar zo kijk ík. Heel voorstelbaar dat iemand Rotgans nooit zelf op het idee zou zijn gekomen om een havenpanorama in een expositie te combineren met zo'n beeld van een met bloemen overdekt graf, maar dat is niet erg. Als je met eerbied en als representant van je eigen tijd een eigen visie op zijn oeuvre biedt, open je als het ware ook weer een ander raam naar dat archief en de maker. Het kan je kijk erop verbreden.'
Over fotografie als de liefde waarmee het allemaal begon
'De smaak waarmee ik keuzes maak uit de Japanse prenten die op mijn weg komen, herken ik ook terug als het gaat om fotografie. Die is: niet rauw, maar juist heel romantisch. Esthetisch ook, er moet een soort schoonheid in zitten; niet per se onschuld, wel optimisme en vriendelijkheid. Ik hou ook van het private en van het knullige in fotografie. Omdat ik geloof dat iemand dan het meest oprecht is in wat ie doet. Als ik daar mijn vinger achter kan krijgen, dan heb je me. Ik heb ook wel eens heel bizarre fotografie verzameld omdat ik die ook interessant vind, maar die hoef ik niet meer aan de muur.
'Ik hou niet van de spaarbank en kan dus ook redelijk gemakkelijk afstand van verzamelingen doen. Zo heb ik aan het Gemeentemuseum Den Haag mijn collectie foto's van Nederlandse fotografen verkocht en deels geschonken. Inmiddels zijn het grote namen, maar ik kende de meesten al toen ze nog bij me studeerden aan de Rietveld Academie of net in de kunst begonnen, onder wie Céline van Balen, Koos Breukel, Rineke Dijkstra, Paul Kooiker, Esther Kroon en Harold Strak. Ik bewaarde hun werk in mappen die ik geregeld doorbladerde, maar nu is het dus voor iedereen toegankelijk in het museum. Het is goed zo. Opschonen, en dan weer een nieuwe zoektocht.
'Dat laat onverlet dat ik ook foto's heb waar ik heel erg aan gehecht ben en dus heel moeilijk afstand van zou kunnen doen. Zoals de foto's van James van der Zee, een geweldige, zwarte fotograaf uit het New York van de jaren dertig. Die hebben een grote emotionele waarde voor me. Het zijn sleutelwerken, kernpunten in de manier waarop ik kijk; ze staan voor mijn fotografische geschiedenis. Van der Zee behoort tot de studiofotografen die me fascineren: vakmensen die over heel de wereld dezelfde traditionele werkwijze hanteerden wanneer ze een onbekend iemand portretteerden. Op zulke momenten was er altijd sprake van interactie, van een korte verhouding tussen de fotograaf en het model die heel bijzondere foto's heeft opgeleverd. James van der Zee was een groot voorbeeld in dat genre, maar in eigen land was Lee To Sang dat ook. Heel De Pijp ging in de jaren zeventig en tachtig in zijn studio bij hem op de foto. Ik heb een boek van zijn werk samengesteld (To Sang Photo Studio, € 60) en beheer zijn archief van 70.000 negatieven, dat ik nu voor de Gemeente Amsterdam aan het sorteren ben. Je reist door zo'n fotoarchief heen en je komt dichter bij de mensen die op hun manier allemaal een rol hebben gespeeld in de totstandkoming daarvan.'
Over typografie en het restwit tussen de letters: 'Hé, dat is een boom en dat zijn zwaluwen'
'Wanneer ik met letters bezig ben, kijk ik naar het restwit. De uitsparingen tussen en rondom letters zijn voor mij wat typografie is. Zoals je de daken van huizen en de ruimtes daartussen kunt lezen als een op zichzelf staand stadsbeeld, zo kun je van bovenaf ook naar letters en regels kijken. In kant zijn de witte uitsparingen tussen de afbeeldingen vaak patronen die zijn gebaseerd op natuurvormen. In opschriften in Moorse kunst geldt dat eveneens: dan ontdek je na lang plotseling dat het niet zo maar wit is tussen die Arabische letters, maar dat je er een palmbomenbos, zwaluwen of iets wiskundigs in kunt ontwaren. Op hun beurt kunnen de letters zelf ook weer bomen of struiken vormen. Het heeft allemaal te maken met hoe je kijkt.
'Zo kom ik dan ook weer terug bij mijn fascinatie voor de patronen in de Vlisco-stoffen, die in kleuren, vormen, letters en afbeeldingen ook een eigen verhaal vertellen. Voor de vlaggen die ik nu voor boven op de waterkamers van Villa Augustus ontwerp, heb ik ook voorgesteld om Vlisco te gebruiken, maar dat wilde de directie uiteindelijk toch niet. Niet erg, het kan rechtdoor bij mij gaan of rechts- of linksaf - ook fijn. Het leuke blijft toch het puzzelen en het zoeken zelf.'
-
Willem van Zoetendaal met een van zijn bleekpotten in de tuin van Villa Augustus
-
Potten met kantpatronen in de markt
-
Pagina uit 'XXXspul'
-
Prent van Kawase Hasui
-
Prent van Kawase Hasui
-
Japans aardewerk
-
Seth Siegelaub in het Stedelijk Museum
-
Pagina uit 'Guaranteed Real Dutch'
-
Vlisco-stoffen anno 2019
-
Kees Hana
-
Beeld uit Ascent van Fiona Tan
-
James van der Zee
-
Letters van Willem van Zoetendaal op de waterkamers
-
James van der Zee
-
Uit de studio van Lee To Sang
-
Uit de studio van Lee To Sang
-
De letters van Villa Augustus van Willem van Zoetendaal
Categorieën: Inspiratie / Markt