De appels van Villa Augustus (2): Notarisappel

28 augustus 2018

De Notarisappel is een tamelijk grote, beetje onregelmatig gevormde appel die wat hoger dan breed is. Hij is lichtgroen en krijgt bij het rijpen een geelgroene kleur met een lichtrood gestreepte blos. De schil wordt na een tijdje liggen een beetje vettig. Het vruchtvlees is stevig, vol met sap en zachtzuur en fijn van smaak. Het is een heerlijke handappel, die ook erg geschikt is voor appelmoes en taart.

Matroos, notaris, tuinder

Dit ras werd vooral gekweekt in Utrecht en de Betuwe.  De notarisappel is genoemd naar notaris Joh.H.Th.W. van den Ham uit Lunteren (1822-1912). Een man die zowel zeer veel voor de pomologie, als voor de bevolking van Lunteren heeft betekend. Johan van den Ham, zoon uit een Gelders patriciërsgeslacht, trok liever de wereld in dan dat hij wilde leren en maakte als matroos twee wereldreizen.

Bij terugkomst ging hij in de leer bij zijn broer die notaris was in Lunteren. Toen zijn broer stierf nam hij zijn praktijk over, ging in het huis van zijn broer wonen en trouwde met z’n schoonzuster. Notaris Van den Ham hield van de natuur en had altijd al belangstelling gehad voor de landbouw in zijn streek. Ook was hij medeoprichter van de ‘Bakermat’, de eerste bijenvereniging van ons land, en had hij zelf een bijenstal van wel tachtig korven.

Appelpitten in zandpotjes...

Zijn grootste verdienste lag echter op een ander gebied. Als kandidaat-notaris had Van den Ham zich al eens verdiept in zaailingteelt. Nu hij zelf over een enorme tuin met boomgaard beschikte, kon hij zijn kennis in praktijk brengen. Om te beginnen gaf hij zijn dienstbode opdracht om ’s winters alle appelpitten te bewaren in een fIes met zand.

Toen Van den Ham op een dag wat van die pitten in een uithoek van zijn tuin zaaide en de daaruit groeiende kleine boompjes aan hun lot overliet, bleken die jaren later opeens grote, heerlijke vruchten te dragen! Het maakte Van den Ham tot voorvechter van de zaailingteelt. Nadat hij op jonge leeftijd kinderloos weduwnaar werd, besloot hij zijn verdere leven aan het welzijn van de boerenbevolking van Lunteren te wijden en richtte in 1873 met andere notabelen de Luntersche Tuinbouw Vereeniging op.

... en in luciferdoosjes

Doel van de vereniging was het zaaien van vruchtbomen in heel Nederland te bevorderen. Prins Frederik was de beschermheer. Tientallen jaren werd er door de leden van de vereniging gewerkt aan het kweken van vooral nieuwe appelen perenrassen uit zaailingen. Het materiaal verzamelden ze vaak zelf. Een neefje van Van den Hams opvolger, notaris Rutgerus Dinger, vertelde: “Ik herinner mij nog heel goed, hoe ook in het gezin van mijn oom, notaris Dinger, de luciferdoosjes op de hoek van de schoorsteenmantel stonden, waarin pitten van bijzonder mooie Princesse Nobles, Goudreinetten, Bellefleurs enzovoorts, soort bij soort werden bewaard.” 

De Pippeling en de Beurré...

De Luntersche Tuinbouw Vereeniging ontwikkelde verschillende bekende appelrassen waaronder de Lemoenappel (1885), de Groene Pippeling en de Lunterse Pippeling. En rond 1896 was daar de Notarisappel. Ook de zaailingpeer Beurré van den Ham werd naar de voormalig notaris genoemd. De Luntersche Tuinbouw Vereeniging kweekte in 25 jaar tijd uiteindelijk ruim tweehonderd nieuwe appel- en perenrassen en won met haar vruchten vele prijzen op landbouwtentoonstellingen in binnen- en buitenland.

Na de dood van Van den Ham in 1912 verdween de ziel uit de Luntersche Tuinbouw Vereeniging en in 1953 hield de vereniging op te bestaan. Maar Johan van den Ham liet nog wel iets anders bijzonders na aan de Lunterse bevolking. In de loop der jaren had hij namelijk van iedereen die het maar wilde stukjes onvruchtbare grond gekocht en op die manier ongeveer 130 hectare grond weten te verwerven.

... en een eigen Van den Ham-bos

Hiervoor had hij een bebossingsplan ontworpen met een lanenstelsel dat van bovenaf bezien een tak met zijscheuten en bladeren vormt. In totaal werden er 600.000 dennen en 100.000 loofbomen geplant! De werkzaamheden werden uitgevoerd door arbeiders uit de omgeving, die zo extra inkomsten hadden in de winter.

In zijn testament had de notaris vast laten leggen dat hij alle gronden die hij had bebost, terug wilde geven aan de Lunterse bevolking. Daarvoor moest de stichting ‘Het Luntersche Buurtbosch’ worden opgericht. Ook had hij drieduizend gulden nagelaten om van de rente die dat op zou brengen het bos – dat inmiddels een rijksmonument is – te onderhouden. De Lunterse bevolking droeg de ‘Oude Notaris’ op handen. En dat doen ze eigenlijk nog steeds.

Dorine de Vos schreef een ode aan de boomgaard van Villa Augustus. Je leest haar verhaal hier 




  • Lekker uit de hand én in appelmoes en taart

    Lekker uit de hand én in appelmoes en taart

  • Johan van den Ham, notaris, tuinder en weldoener

    Johan van den Ham, notaris, tuinder en weldoener