Het mysterie rond Shakespeare, de tuinman
9 juli 2018Zo veel is zeker: Shakespeare hield van bloemen en planten. Zijn gedichten en toneelstukken zijn guirlandes van de soorten die hij een symbolische betekenis toedichtte of alleen maar mooi vond. Meer dan zestig vernoemde hij er in zijn beroemde oeuvre, waaronder rozen, goudsbloemen, viooltjes, narcissen, rozemarijn, sleutelbloemen, kamperfoelie en lelies. Was William, behalve Engelands grootste schrijver, daarom mogelijk ook een fervent tuinman?
Zo veel is eveneens zeker: niemand die dat precies weet. Is er al relatief weinig bekend over het leven van de grote man zelf, of daar ook een liefhebberij als tuinieren in paste, blijft een kwestie van gissen. Dat is de voorbije eeuwen ook volop gedaan. Veel tuinhistorici hebben zich een voorstelling van een tuin van Shakespeare gemaakt, terwijl ze die in verschillende varianten ook daadwerkelijk hebben gereconstrueerd.
Rhodondendrons: fout
Wereldwijd bestaan er dertig tuinen die elk het waarmerk kregen dat ze Shakespearean zijn. De meeste ervan zijn te vinden in de Verenigde Staten, waaronder in New York, Boston en San Francisco. De enige op het Europese vasteland werd in 1953 aangelegd in het Bois de Boulogne in Parijs. Bij de restauratie ervan in de jaren tachtig zijn er rhodondendrons bijgeplaatst. Helemaal fout, stelt de Britse Shakespeare-kenner, oud-museumdirecteur en tuinontwerper Sir Roy Strong. Want ook al zeker: die hebben in elk geval niet in de hof van de zestiende-eeuwse bard gebloeid.
De beroemdste Shakespeare-tuin is die in het Engelse Stratford-upon-Avon. In dat plaatsje kocht William in 1597 het grote huis New Place, waarbij ook een lap grond hoorde. Van dat onderkomen zijn alleen tekeningen bewaard gebleven. De toenmalige eigenaar, dominee Francis Gastrell, was de aanloop van ‘pelgrims’ in 1756 zó zat dat hij het tot op de laatste steen afbrak. Ruim honderd jaar later werd de locatie alsnog een nationaal bedevaartsoord met de creatie van een tuin zoals Shakespeare er eentje in zijn tijd zóu hebben kunnen gehad.
Levend reclamebord
In zijn boek The Quest for Shakespeare’s Garden brengt Strong alle pogingen in kaart die zijn gedaan om een getrouwe replica van die tuin te maken. Dat is door de geschiedenis heen niet enkel een uitdaging voor wetenschappers geweest. Zo wierp de populaire schrijfster Marie Corelli (1855-1924), die ook in Stratford-upon-Avon woonde, zich graag op als levend reclamebord voor Shakespeare en zijn veronderstelde preoccupatie met bloemen. Haar huis was van boven tot onder gedecoreerd met narcissen. En op het plaatselijke Shakespeare-festival in 1902 was ze ook zelf van boven tot onder verkleed als viooltje, waarbij haar décolleté werd ondersteund door twee ‘reusachtige’ exemplaren.
In het Victoriaanse Engeland gingen andere Shakespeare-adepten nog een stapje verder door de bloemen die hij in zijn werken opvoerde aan een geheimtaal te verknopen. Lezers van zijn poëzie en bezoekers van zijn toneelstukken moesten over enclopedische kennis beschikken om Shakespeares ‘zeg het met bloemen’ te kunnen ontcijferen. Zo lag het maar net aan de kleuren en de soort van een madeliefje of er in een tekst ‘ik deel je gevoelens’, ‘een teken’, ‘schoonheid’, ‘onbewust’, ‘onschuld’ of ‘ik zal erover denken’ mee werd bedoeld.
Schrijver én tuinman?
Op hun beurt braken vele geleerden zich het hoofd hoe een classisitische knot garden, met zijn indertijd ook in Nederland populaire symmetrische indeling, er vanuit Shakespeares werkkamer uit moeten hebben gezien, en wat hij erin teelde. Dat hij er een moerbeiboom in had staan, is zo’n beetje het enige dat erover vaststaat. Bood New Place niet het uitzicht op een tuin die er al gewoon wás toen Shakespeare er leefde?, vraagt Roy Strong zich aan het eind van zijn boek af. Het antwoord moet ook hij schuldig blijven. Na tientallen boeken over het onderwerp is het mysterie van ‘Shakespeare, de tuinman’ dus nog niet opgelost. Zo veel is zeker.
-
De tuin van New Place in Stratford-upon-Avon
-
New Place
-
Sir Roy Strong
-
Marie Corelli
Categorieën: Inspiratie / Tuin / Markt