Imker blijf je voor het leven
15 mei 2017Achter in de boomgaard verblijven de gasten die we in Villa Augustus steevast het langst over de vloer hebben. Onze bijen. Veel zul je niet van ze merken, aangezien ze meer dan genoeg aan elkaar hebben. En geheel naar de aard van het beestje zijn ze daarbij ook vrijwel altijd bezig, bezig, bezig. Met het poetsen en eitjes uitbroeden in hun kasten. Met het ophalen van het benodigde stuifmeel en de nectar van bomen en planten in de wijde omgeving. En, bij terugkeer, uiteraard met het produceren van de smakelijke honing waar het hen - en ons! - allemaal om te doen is.
Je zou eigenlijk zelf imker moeten willen worden om die wondere wereld van de bijen nou eens echt 'van binnenuit' te leren kennen. Want er is allicht geen leefgemeenschap in het dierenrijk die zijn zaakjes zo goed voor elkaar heeft. Met een vrouw aan het hoofd van hun volk draaien ze met z'n allen een superstrak huishouden en loopt ook alles op de werkvloer elke dag opnieuw keurig op rolletjes. Zoals ze van oudsher ook hun public relations fantastisch op orde hebben met dat onverwoestbare liefdesverhaal over de bloemetjes en de bijtjes.
Aan de andere kant: best voorstelbaar dat niet iedereen ervoor voelt om, in zo'n wit pak gehesen en met een omgekeerde lampekap op het hoofd, aan een bijenhobby te beginnen. Gelukkig hebben we daarom imkers die je ook op veilige afstand van de korven veel over het wel en wee van de Apis mellifera kunnen vertellen. Imker Theo de Rooij droeg in Villa Augustus acht jaar achtereen de verantwoordelijkheid over de bijenvolkeren in de tuin. En sinds kort is het imker Peter van der Eijnden die zich met deze belangrijke taak belast.
We hebben ze op een frisse voorjaarsdag in de boomgaard bijeengebracht en vragen ze zogezegd het imkerpak van het lijf over hoe dat nou is: het werken met bijen. Nóóit spreken van 'bijenhouden' trouwens. Dat is een term is die past bij de commerciële bijeenteelt en niet in de mond wordt genomen door imkers die zo min mogelijk willen ingrijpen in het natuurlijke reilen en zeilen in een bijenkast. Daarover verderop meer. Nu eerst maar eens wat basiskennis bij de mannen opgedaan.
Hoe wordt iemand nou een bijenman of -vrouw?
Peter: 'Leuke vraag. Bij mij vloeit het voort uit mijn brede interesse voor de natuur. Ik ben in mijn vrije tijd ook gids voor het IVN in onder andere De Biesbosch. Vorig jaar volgde ik een cursus biodynamisch imkeren op de Kraaybeekerhof on Driebergen. Niet bewust om er zelf ook mee te kunnen beginnen, maar dat kwam er alsnog van toen Theo me vroeg als zijn opvolger in Villa Augustus. Het is wel een liefhebberij die je grijpt, heb ik gemerkt. Ik heb imkers gesproken die het al veertig, vijftig jaar lang doen. Ze stoppen pas als ze er echt te oud voor worden.'
Theo: 'En dat snap ik helemaal als ik terugkijk op hoe in acht jaar mijn relatie met bijen is gegroeid. Wanneer ik nu over bijen praat, word ik van binnen helemaal warm. Je bouwt er namelijk werkelijk een band mee op. Dat maakt het zo boeiend. Ik heb in een antroposofisch boek ooit het een en ander gelezen over de zogeheten elementenwezens. Levende maar onzichtbare verschijningsvormen die de natuur op allerhande manieren ten dienste staan. Daarin kwam ook het bijenwezen aan de orde, en ik geloof wel in het bestaan daarvan. Dat het bijenwezen van vreugde opspringt als de imker naar de kasten komt om hem te komen helpen.
'Toen ik de eerste keren met bijen werkte, werd ik nog veel gestoken. Maar het lezen van dat boek bracht iets bij mij teweeg. Ik kreeg het vertrouwen dat de bijen mijn liefde en goede zorgen wel zouden herkennen. Mijn persoonlijke ervaring is dat bijen kunnen voelen, net zoals honden en katten dat kunnen. Meer imkers kunnen erover meepraten. Ik heb verhalen gehoord van bijen die zich bij de grafceremonie van hun imker lieten zien.'
Wat moet je als imker doen of laten als je tussen de bijen verkeert?
Peter: 'Wat ik merk is dat je niet naar bijen toe moet komen als je gehaast of anderszins gestresst bent. Je uitstraling moet goed zijn - rustig. Is het dertig graden en heb je een zweetluchtje bij je, dan kunnen ze ook steken.'
Theo: 'Mijn vrouw imkert ook. Op momenten dat wij samen bezig zijn en we zijn het ergens niet met elkaar over eens, dan merken ook de bijen dat. Moet ik even weg van de kasten en rustig worden, zodat de bijen ook van hun stress af raken. En ach, ze steken af en toe nog wel eens. Maar dan wordt alleen je hand of arm wat dikker en heb je er hooguit een dag een beetje last van. Ik las ergens dat bijengif een helende werking heeft bij reuma. Dus ja, elk nadeel heeft zijn voordeel.'
Wat kan een imker bijdragen aan een gezond en sterk bijenvolkje en hun honingopbrengsten?
Theo: 'De kracht van een volk wordt bepaald door zijn omvang en door de koningin. Een sterke koningin kan wel drieduizend eitjes per dag leggen, en hoe meer haalbijen er kunnen worden ingezet voor het verzamelen van de nectar, hoe meer honing. Een goed bijenjaar is verder afhankelijk van het weer en van de aanwezigheid van dracht in het gebied dat ze bestrijken: er moeten voldoende bloemen en bloesems in de buurt zijn om heen te vliegen. Als het weer dan op bepaalde tijden van het jaar te veel dips vertoont, kan er ook minder honing worden geproduceerd.'
De organisatie van een bijenvolk is om door een ringetje te halen. Geven jullie daar eens een treffend voorbeeld van.
Peter: 'De levenscyclus van bijen is zes weken. In die periode hebben ze opeenvolgende taken. Ze beginnen als schoonmakers in de kast, later gaan ze aan de slag als speurbijen die op verkenningstocht naar nectar en stuifmeel gaan, en als haalbijen. In de kast zelf gebeuren unieke dingen. Vannacht heeft het in mijn eigen tuin nog gevroren, maar in de kast waar de broed zit is het permanent 36 graden, vorst of geen vorst.
'Bijen zorgen ervoor dat de eitjes en de larven op temperatuur blijven door energie op te wekken met hun heel sterk vleugelspieren. Daardoor wordt hun borststuk warm, en dat drukken ze vervolgens tegen het broedcelletje waarin het larfje of eitje zit. Omgekeerd houden ze het in de zomer koel door ventilatiekanaaltjes in de kast aan te brengen. Door met hun kontje heen en weer te bewegen, verplaatsen ze de warme lucht door die kanaaltjes naar buiten. Bovendien halen de werkbijen in zulke perioden druppels water de korf in, dat daar kan verdampen. Ook dat heeft dan weer een verkoelend effect.'
Een biodynamische imker gaat anders te werk dan een commerciële bijenhouder. Wat is het verschil?
Peter: 'Bijenhouders passen chemische middelen toe om bijvoorbeeld de varroa-mijt te bestrijden, terwijl ze ook andere ingrepen toepassen voor een maximale oogst aan honing, zoals het veredelen van koninginnen. Net als in andere sectoren van de voedselproductie groeit in de bijenteelt het besef dat je ook goede resultaten behaalt als je bijen zo veel mogelijk met rust laat en alleen de optimale omstandigheden creëert waarin ze kunnen gedijen. Als vader van drie kinderen zie ik een parallel met de opvoeding. Ook aan kinderen kun je gerust heel veel overlaten. Je moet ze beschermen als het nodig is, maar laat ze voor de rest maar vaak hun neus stoten. Vooral pubers. Daar bouwen ze weerstand mee op. En precies zo krijg je ook sterke bijen.'
Theo: 'Een imker moet de baas niet zijn. Dat is de natuur. Dat zijn in onze opvatting de bijen zelf.'
-
Peter van der Eijnden (l) en Theo de Rooij
-
Illustratie van Martin Jarrie
-
Theo de Rooij imkerend in de tuin van Villa Augustus
-
De honinbij
-
Apis mellifera
-
Honingraat
Categorieën: Tuin