Na 138 jaar opnieuw in de steigers

20 april 2020

De hoteltoren van Villa Augustus staat sinds begin april in de steigers. Specialisten van de firma’s Van Milt uit Lunteren en Slotboom Steenhouwers uit Winterswijk zijn er de komende weken druk met het herstel van de gevels. Het voegwerk en het natuursteen van het rijksmonument uit 1882 zijn op sommige plekken aan restauratie toe. Harm Kortschot (Van Milt) en Roderick Nijenhuis (Slotboom) leggen uit wat er allemaal bij de klus komt kijken


Grote beurt voor de gevels

Eerst de diagnose. Die luidt dat sommige delen van de buitenkant van het gebouw nogal te lijden hebben gehad van de weersinvloeden. In de muren is in 138 jaar vochtopeenhoping ontstaan, met hier en scheuren in de specie en afgebrokkelde stukjes baksteen als gevolg. De gootstukken van Belgisch hardsteen onder het voormalige drinkwaterreservoir van de toren hebben daar eveneens schade door opgelopen. 

Behalve regen, wind en vorst zijn ook de bij de constructie gebruikte materialen debet aan die schade. De toepassing van het eind negentiende eeuw nog maar net uitgevonden Portland-cement is achteraf toch niet de beste mortel gebleken. Dat nieuwe materiaal was ‘kei- en keihard’, zegt Roderick erover, wat ertoe heeft geleid dat de toren in de loop der tijd nooit voldoende vocht heeft kunnen uitwasemen. 

Bovendien hadden het bak- en natuursteen van de gevels dan ook nog veel te duchten van het staketsel van staal waarmee de toren is opgetrokken. Dat is – ook weer op enkele plekken – in de loop der tijd gaan oxideren en uitzetten, waardoor het baksteen en de specie mede werden aangetast. 

Harm Kortschot

Inspectierondje

Met Harm maken we voor dit verhaal een (wegens hoogtevrees heel kort) inspectierondje over de steigers langs de vijfde etage van het hotel. Om de zoveel meter wijst hij op stukken van de gevel die opnieuw zullen moeten worden gevoegd. Nadat de oude laag specie is verwijderd, gaat hij er een nieuwe ‘inboeten’, zoals dat in vakjargon heet. De kleurstelling en de textuur van die mortel zullen zoveel mogelijk overeenkomen met het bestaande metselwerk.

Waar nodig zullen ook nieuwe bakstenen in de gevel wordt geplaatst. Die kunnen dan zo worden bijgekleurd dat ze in het patina van de verweerde, authentieke gevel passen. ‘Het is een specialisme dat je kunt vergelijken met marmeren’, zegt Harm Kortschot, die voor de duur van de werkzaamheden zijn intrek in het hotel heeft genomen. Omdat hij van de vroege ochtend tot de late onafgebroken op de steigers staat, is er af en toe ook gelegenheid voor een schitterende foto van Villa Augustus, zoals deze van de zonsondergang.


Net als de collega’s van Slotboom Steenhouwers beschikken ook de experts van Van Milt over veel kennis en ervaring in de restauratie van cultureel en industrieel erfgoed. Eerdere Van Milt-projecten waren onder meer Hotel New York in Rotterdam, de toren van kasteel Den Ham in de provincie Utrecht, de Droste-fabriek in Haarlem en het Kurhaus in Scheveningen. Tot die van Slotboom Steenhouwers behoren de restauraties van de Utrechtse Dom- en de Eusebiuskerk in Arnhem, schouwburg de Kunstmin in Dordrecht en de Sint Jan in Den Bosch. Medewerkers van beide bedrijven zien elkaar ook regelmatig terug op bouwsteigers.

Moeilijke tak van sport

De eigenaren van Villa Augustus hebben voorafgaand aan het inschakelen van de firma’s Van Milt en Slotboom een adviseur in erfgoedarchitectuur in de arm genomen om de werkzaamheden aan de hoteltoren in kaart te brengen. ‘Dat zegt veel over de zorgvuldigheid van iedereen die bij deze restauratie betrokken is’, vindt Roderick Nijenhuis, die naast steenhouwer ook kunsthistoricus is. ‘En dat moet ook wel, want het is een heel gecompliceerde tak van sport waar we ons gezamenlijk mee bezighouden. Zelf voel ik me in elk geval moreel verplicht om alles over een historisch gebouw te weten voordat ik het mee ga helpen te restaureren.’

Zijn ‘fascinatie voor steenhouwen’ heeft Roderick, naar hij vermoedt, ‘genetisch overerfd van een hunebedbouwer’. Moeiteloos somt hij dan ook alles op wat een mens moet weten van de 43 kuub Belgisch hardsteen (120.000 kg) die in de watertoren van Villa Augustus is verwerkt. Hardsteen uit het ‘bekken van Brussel’ is een sedimentaire soort die is gevormd in het rottingsproces van de lelies die 350 miljoen jaar geleden groeiden in een binnenzee die zich uitstrekte van het huidige Ierland, België en Zwitserland tot in Roemenië. 

Het is de minst waterdoorlatende steen die verkrijgbaar is in Europa. Als leek zou je het niet onmiddellijk denken, maar evengoed: óók deze soort kan door hemelwater en andere weerselementen kapot worden gekregen. Ofwel, in de woorden van Roderick, ‘desintegreren’. Wat te doen? Roderick: ‘Een moderne aannemer zou zeggen: zet er maar een heel nieuwe bovenkant op. Wij zoeken naar de methode waarbij de oorspronkelijke architectuur van het gebouw behouden blijft, zonder de functionaliteit en de veiligheid van het gebouw uit het oog te verliezen. 

De voegploeg van de firma Van Milt

Levende geschiedenis

‘Het is de moeilijkste manier om geld te verdienen in de bouwsector, dus niet toevallig dat we een van de weinige restauratie-steenhouwers in het land zijn. Maar als je die passie om de historie te conserveren eenmaal hebt ontwikkeld, dan is er gewoon geen andere weg te gaan. De eigenaren van Villa Augustus denken daar precies hetzelfde over, en dat kun je niet genoeg waarderen. We mogen in Nederland in onze handen klappen dat de eigen geschiedenis op deze manier levend wordt gehouden.’



  • 1882-2020

    1882-2020